Ga naar de inhoud

Statuten

Artikel 1. Naam en zetel

  1. De gemeente draagt de naam “Baptistengemeente Katwijk-Rijnsburg”, in deze statuten hierna aangeduid met: “de Gemeente”.
  2. De Gemeente is een kerkgenootschap en bezit rechtspersoonlijkheid als genoemd in artikel 2 van boek II van het Burgerlijk Wetboek en is als zodanig erkend naar Nederlands recht.
  3. Zij heeft haar zetel te Katwijk.

Artikel 2. Grondslag, doel en middelen

  1. De Gemeente heeft de Bijbel, zijnde het geïnspireerde Woord van God, als grondslag voor geloof en leven en zij belijdt dat de Here Jezus de Zoon van God is.
  2. De Gemeente stelt zich ten doel:
  3. De Here God te loven en te eren.
  4. De opbouw en het onderwijs van de Gemeente en haar gasten in het geloof in God en Zijn eniggeboren Zoon Jezus Christus.
  5. Het verspreiden van het evangelie van Jezus Christus.

De Gemeente tracht haar doel te bereiken door:

  1. Het houden van onderlinge samenkomsten voor prediking, gebed, zang, doop en het vieren van de tafel des Heren.
  2. Het verlenen van pastorale zorg.
  3. Evangelisatie en verspreiding van christelijke lectuur.
  4. Alle andere passende middelen.

Artikel 3. Leden en lidmaatschap

  1. Leden van de Gemeente kunnen zijn:
    1. Zij die zich aanmelden en belijden dat de Here Jezus hun persoonlijke Verlosser en Zaligmaker is en dit openlijk belijden door zich te laten dopen door onderdompeling.
    2. Zij die zich aanmelden en belijden dat de Here Jezus hun persoonlijke Verlosser en Zaligmaker is en dit reeds eerder persoonlijk hebben beleden door zich te laten dopen door onderdompeling.
    3. Zij die zich aanmelden en belijden dat de Here Jezus hun persoonlijke Verlosser en Zaligmaker is en naar het oordeel van de broederraad op grond van bijzondere persoonlijke omstandigheden in aanmerking komen voor het lidmaatschap.
  2. Het lidmaatschap wordt verkregen door vrijwillige toetreding tot de Gemeente op uitnodiging en beoordeling van de raad.

Artikel 4. Beëindiging lidmaatschap

Het lidmaatschap van de Gemeente eindigt door:

  1. schriftelijke opzegging van het lid aan de secretaris.
  2. uitsluiting door de Gemeente op voordracht van de raad.

Artikel 5. De leiding van de Gemeente

  1. De Gemeente wordt bestuurd door de broederraad, welke bestaat uit ten minste 5 broeders die door en uit de Gemeente worden gekozen. Als door bijzondere omstandigheden het aantal leden van de raad minder dan 5 bedraagt, blijven de overige raadsleden een wettig college vormen. Zo spoedig mogelijk dient in de vacature te worden voorzien.
  2. De raad geeft leiding aan, adviseert en is belast met de uitvoering van de besluiten van de Gemeente, het beheer van haar geldmiddelen en goederen en met de verzorging van leden die maatschappelijke bijstand nodig hebben.
  3. De raad kan specifieke taken delegeren aan personen of groepen van personen.
  4. De broederraad vertegenwoordigt de Gemeente in en buiten rechte.
  5. De leden van de broederraad worden naar gelang hun bediening voorganger of oudste.
  6. De broederraad kiest uit zijn midden een voorzitter en een secretaris en wijst voor elk van hen een vervanger aan. Na het ontstaan van een vacature dient deze binnen twee maanden vervuld te worden. De termijn van deze functie loopt gelijk met de ambtstermijn van het broederraadslidmaatschap.
  7. De broederraad kiest uit zijn midden, of uit de Gemeente een penningmeester en wijst hiervoor een vervanger aan. De ambtstermijn voor het penningmeesterschap is dezelfde als omschreven in artikel 6 lid d & e.

Artikel 6. Leden van de broederraad

  1. Nieuwe kandidaten voor de raad worden door en vanuit de Gemeente schriftelijk ingediend.
  2. De raad onderzoekt of de door de Gemeente voorgestelde kandidaten bereid en geschikt zijn om de taak van oudste op zich te nemen.
  3. De raad stelt een lijst met kandidaten op, waarvan de Gemeente een of meerdere oudsten kan kiezen.
  4. De aanstellingstermijn van een oudste bedraagt vier jaar. Na deze termijn kan de oudste terugtreden of zich herkiesbaar stellen voor een tweede termijn.
  5. Een oudste kan niet langer dan twee aaneengesloten termijnen lid zijn van de raad. Hierna moet de broeder een rustperiode van minimaal een jaar hebben voordat hij zich weer verkiesbaar kan stellen.
  6. Een lid van de raad kan door de raad van zijn functie worden ontheven. Voorts eindigt het lidmaatschap van de raad door het einde van het lidmaatschap van de Gemeente of door vrijwillige terugtreding.

Artikel 7. De voorganger(s)

  1. De voorganger wordt beroepen door de raad in overleg met de Gemeente.
  2. Naar gelang van zijn werkzaamheden is de Gemeente verplicht om in het levensonderhoud te voorzien van de voorganger en zijn gezin.
  3. De voorganger heeft een ambtstermijn van vier jaar en kan zich na deze periode beroepbaar stellen.
  4. De raad dient over een proeftijd en vervolgambtstermijn advies aan de Gemeente te vragen.
  5. Een voorganger kan lid zijn van de raad en is in dat geval ook mede-oudste, maar kan het voorzitterschap niet bekleden. Bij aanstelling door de Gemeente kan een voorganger, op voordracht van de raad, lid van de raad worden.
  6. Daarnaast is hij belast met de prediking, onderwijzing en zielszorg in de Gemeente.

Artikel 8. Financiële zaken/penningmeester

  1. De penningmeester is belast met:
    1. De uitvoering van het financiële beleid van de Gemeente op grond van raads- en Gemeentebesluiten.
    2. Het voeren van de financiële administratie van de Gemeente.
  2. De penningmeester legt maandelijks verantwoording af aan de raad en jaarlijks aan de Gemeente.
  3. De raad stelt twee leden van de Gemeente aan als kascommissie. Deze kascommissie controleert over het afgelopen kalenderjaar het financieel beheer, zoals dat door de penningmeester is gevoerd en legt jaarlijks verantwoording af over haar bevindingen aan de Gemeente. Jaarlijks treedt een van de leden van de kascommissie af, waarna de raad een vervanger benoemt.
  4. De geldmiddelen van de Gemeente bestaan uit vrijwillige bijdragen, zoals:
    1. Collecten te houden tijdens de samenkomsten.
    2. Erfstellingen, legaten, schenkingen en baten welke haar op enige andere wijze ten goede komen.
  5. De broederraad informeert en vraagt toestemming aan de Gemeente over de door hem voorgenomen buitengewone uitgaven.
  6. De raad legt op de jaarvergadering van de Gemeente een begroting voor het komende jaar ter goedkeuring voor.

Artikel 9. Stemmen

  1. Ieder lid van de Gemeente heeft een stem.
  2. Alle besluiten over personen worden schriftelijk genomen.
  3. Alle besluiten, niet betreffende personen, worden bij handopsteking of schriftelijk genomen.
  4. Besluiten worden aangenomen met een meerderheid van 2/3 van het totaal uitgebrachte stemmen.
  5. Blanco stemmen worden niet meegeteld en ook voor het toetsen van de vereiste meerderheid niet meegerekend.
  6. De stemmingen worden geteld door twee gemeenteleden in aanwezigheid van een lid van de broederraad.
  7. Ieder lid kan een ander lid machtigen om namens hem/haar een stem uit te brengen. Een lid dat reeds een volmacht heeft ontvangen, mag niet door nog een lid worden gemachtigd om een stem uit te brengen.

Artikel 10. Vergaderingen

  1. De raad is verplicht jaarlijks, binnen vier maanden na afloop van het kalenderjaar, een gemeentevergadering te beleggen waarin de broederraad, de penningmeester en de kascommissie verantwoording afleggen over het beleid van het afgelopen jaar.
  2. Buitengewone gemeentevergaderingen kunnen door de raad worden uitgeschreven of op schriftelijk verzoek van 25% van de leden van de Gemeente. Deze vergaderingen zullen binnen een termijn van drie weken worden gehouden.
  3. Gemeentevergaderingen worden minimaal twee weken voor de vergadering schriftelijk aangekondigd.
  4. De raad vergadert maandelijks en anders zo vaak hij een vergadering voor uitoefening van zijn taak nodig acht.
  5. Zowel de gemeentevergadering als de broederraadsvergadering worden voorgezeten door de voorzitter van de raad, in bijzondere gevallen kan door persoonlijke afwezigheid van de voorzitter een andere voorzitter worden gekozen. De raad stelt in dit geval een kandidaat voor uit de Gemeente.

Artikel 11. Wijziging statuten

  1. De statuten kunnen gewijzigd of aangevuld worden door een schriftelijke stemming met een meerderheid van 2/3 van de uitgebrachte stemmen, waarbij tenminste 3/4 van de leden aanwezig moeten zijn.
    Is in de vergadering geen 3/4 vertegenwoordigd, dan wordt een tweede vergadering belegd. Besluiten worden dan aangenomen met 2/3 van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige leden.

Artikel 12. Ontbinding van de Gemeente

  1. De Gemeente kan worden ontbonden door een schriftelijke stemming met een meerderheid van 2/3 van de uitgebrachte stemmen, genomen op een hiervoor speciaal belegde gemeentevergadering, waarbij tenminste 3/4 van de leden aanwezig moeten zijn.
    Is op deze vergadering geen 3/4 van de leden aanwezig, dan wordt een tweede vergadering belegd, het besluit moet dan worden genomen met een meerderheid van 2/3 van de uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
  2. Voor een dergelijke vergadering moeten schriftelijk, drie weken vooraf, alle leden worden uitgenodigd.
  3. De Gemeente blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
    In stukken en aankondigingen die van de Gemeente uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd “in liquidatie”.
  4. Bij het besluit van ontbinding worden vereffenaars aangewezen. Zijn door dit besluit geen vereffenaars aangewezen, dan treedt het bestuur als zodanig op.
  5. De vereffenaars dienen zich voor zover mogelijk te houden aan de bepalingen van deze statuten.
  6. De bestemming van een batig saldo moet in overeenstemming met het doel van de Gemeente worden vastgesteld.
  7. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de Gemeente gedurende dertig jaren rusten onder een door de vereffenaar of vereffenaars aan te wijzen persoon.

Artikel 13. Slotbepaling

In voorkomende gevallen waarin de statuten niet voorzien beslist de raad. Ditzelfde geldt voor die gevallen waarin verschil van mening bestaat over de uitleg van de statuten.

Nadere omschrijvingen van taken, bevoegdheden, procedures enz. kunnen in een huishoudelijk reglement worden vastgelegd.